Kraamweken
Hulp aan kersverse gezinnen
Lactatiekundige Femmie kan als (verpleegkundige) lactatiekundige steun bieden bij het opzetten van een borstvoedingsbeleid in allerlei situaties, zowel na een volmaakte als ook na een verstoorde start.
De start van borstvoeding kan op velerlei manieren verstoord zijn:
1- Door het verloop van de bevalling:
- inleiding en/of pijnstilling
- kunstverlossing zoals vacuümgeboorte
- keizersnee
2- Door eerste gebeurtenissen meteen na bevalling:
- na de geboorte, voor het aanleggen gestoord in het blote huid-op-huidcontact;
- de baby is (nog) niet in staat om aan de borst te drinken.
Hoe is de hulp geregeld voor de eerste 2 weken
Thuis
Tijdens het kraambed na een thuisbevalling of na een poliklinische bevalling is de begeleiding van borstvoeding binnen de gezondheidszorg als volgt geregeld:
- de verloskundige is verantwoordelijk voor het kraambed;
- de kraamzorg voert taken uit;
- bij vragen en onzekerheden over borstvoeding binnen én buiten kraamzorgtijd kan een lactatiekundige of direct ingeschakeld worden of via doorverwijzing door verloskundige of huisarts.
Ziekenhuis
In het ziekenhuis is de begeleiding bij borstvoeding als volgt geregeld:
1-Poliklinische bevalling
- eerste zorg rond borstvoeding vindt plaats in een ziekenhuis;
- soms is er extra begeleiding aanwezig van de instellingslactatiekundige;
- zo nodig kan een vrijgevestigd lactatiekundige door de moeder worden ingeschakeld;
- de rest van de hulpverlening geschiedt thuis (zie verder bij thuis).
2a -Klinische bevalling – baby gezond voldragen
- eerste zorg rond borstvoeding vindt plaats in ziekenhuis;
- soms is er extra begeleiding mogelijk van de instellingslactatiekundige;
- soms meerdere dagen opname, dus langere borstvoedingszorg in ziekenhuis;
- verwijzing naar en inschakeling van externe lactatiekundige mogelijk;
- dan naar huis (zie verder bij thuis).
2b- Klinische bevalling – baby prematuur, ziek, meerlingen en dergelijke
Mogelijke situaties:
- moeder thuis, baby(‘s) in ziekenhuis?
- in veel gevallen afkolfregelingen nodig;
- na thuiskomst baby nog (te) korte couveusenazorg door kraamzorg;
- aanvullende hulp bij borstvoeding is vaak nodig: lactatiekundige kan hulp bieden;
- verwijzing mogelijk door kinderarts, verloskundige, kraamzorg, huisarts of consultatiebureau.
Moeders van gezonde, voldragen baby’s leren in de eerste week al veel noodzakelijke dingen over verzorging en voeding.
Moeders van ‘zieke’ baby’s, die korter of langer in het ziekenhuis moesten blijven, moeten die ‘normale’ verzorging alsnog leren als de baby eindelijk thuis komt.
Daarbij is de baby dan soms nog kwetsbaar en dat maakt de situatie fragiel en spannend.
Door onzekerheid haken moeders af terwijl dat niet nodig hoeft te zijn.
De lactatiekundige biedt je:
Deskundige ondersteuning met een beetje extra begeleiding voor het welzijn van moeder en kind!